zondag 14 april 2013

CORRECT ISOLEREN

Mochten we ooit voor nieuwbouw zijn gegaan, dan was een passiefwoning een must geweest. Maar hoe maken we van een oud pand een energiezuinige woning? Hoe verzoenen we de beperkingen van dit stukje erfgoed met hedendaags wooncomfort? Isolatie vormt daarin een kernbegrip. Het was meteen ook een groot struikelblok. We kunnen namelijk alleen langs binnen isoleren, wat een nogal delicaat werkje is.
Er zijn dan wel spouwmuren maar die kunnen we niet laten opvullen met isolatiemateriaal. Aan de gevel mag niet worden geraakt, dus rest ons alleen nog de binnenzijde te isoleren. We willen de voor- en achtergevel goed thermisch isoleren en alvast ook de wanden die grenzen aan onze buren akoestisch isoleren. Bovendien moet ook het dak nog thermisch worden geïsoleerd.
We starten onze zoektocht rekening houdend met een actueel E-peil van 70. Het zou fantastisch zijn mochten we een woning hebben die niet onderdoet voor de nieuwbouwhuizen van vandaag. Ik dompel me een namiddagje onder in de bouwfysica en werk aan de hand daarvan uit hoeveel isolatiemateriaal we nodig hebben. Afhankelijk van het gebruikte materiaal bekomen we een verschillende isolatiedikte, een andere opbouwtechniek en ook een andere prijs.
We willen graag zelf de handen uit de mouwen steken. Aanvankelijk staan we echter voor een dilemma. Isoleren we met (op het eerste gezicht) eerder dure, ecologische materialen of gaan we voor een standaardoplossing, type PUR? Deze laatste mag dan wel een stuk goedkoper uitvallen, het risico op vochtproblemen wordt toch een stuk groter aangezien het geen ademend materiaal is. Het wordt dus wellicht moeilijk om dit zelf helemaal juist uit te voeren. Bovendien speelt het ecologische argument ook in het nadeel van PUR. Willen we wel een woning waarvan de muren niet ademen, zonder vochtregulering of warmteaccumulatie? Toch maar liever niet…
We zetten onze zoektocht verder tot we een budgetvriendelijke én ecologische oplossing vinden. We kiezen uiteindelijk voor een voorzetwand met houtwolisolatie. We gaan voor een dikte van 12 of 14 centimeter. Dat zal ons al een aardige energiebesparing opleveren. Hetzelfde materiaal zullen we ook voor de dakisolatie gebruiken. We voorzien daar zo’n 16 centimeter.
Akoestisch isoleren doen we eveneens met een voorzetwand maar dan met een geluidsisolerende wand op basis van gerecycleerd papier en vlaslemen. In de gecreëerde tussenruimte kunnen we nog isolatiemateriaal aanbrengen. Bovendien kunnen we de wand verder afwerken met gipsvezelplaten die het akoestisch comfort nog zullen verhogen. De combinatie van deze technieken zal geluidsoverlast tot minimum herleiden.

zaterdag 13 april 2013

HET INTERIEURONTWERP

We hadden al een boontje voor loft 5 en onderzoeken de plannen en tekeningen die we kregen grondig om zeker van ons stuk te zijn. Nog voor we ook maar iets willen besluiten, teken ik de hele binneninrichting uit in functie van ons gezin. De klasruimtes willen we graag zo open en ruimtelijk mogelijk houden. De scheiding met de gang moet bewaard blijven en willen we ook als afgesloten van elkaar behouden. Zo vermijden we warmteverlies en geluidsoverdracht tussen de verschillende verdiepingen.


In het klaslokaal op het gelijkvloers creëer ik een open leefruimte waarin keuken, eet- en zithoek hun plaats vinden. Een uitgestrekt keukeneiland vormt het enige vaste meubel en biedt voldoende kastruimte. We oriënteren het meubel in het donkerste gedeelte van de klas en gericht naar de voortuin toe, waar de zon gedurende de hele voormiddag en ook tijdens de middag vrij spel heeft. De eettafel staat in de lijn van het nieuwe raam en geeft uitzicht op de ramen aan de zijde van de voortuin. Onder het vaste raam komt ten slotte de zithoek die uitkijkt op de keukenblok waarin de TV wordt weggewerkt. Een grote koelkast en diepvries komen in de gang, net als het toilet. Vanuit de gang hebben we ook toegang tot het dakterras.

De eerste verdieping zal bestaan uit twee delen. De scheiding tussen bureauruimte en slaap- en badkamer wordt gevormd door een kastenwand met langs de achterzijde een lang bureaublad. De kasten zijn maximaal 2 meter hoog, evenals de wanden van de badkamer en inloopdouche. In de gang komt nog een kleine wasruimte en creëren we een kleine tussenverdieping om te genieten van de avondzon. Op de tweede verdieping krijgen de kinderen hun eigen slaap- en speelzolder, die ze nog delen met een kleine technische ruimte. Ze beschikken er ook over een eigen douche, lavabo en wc.

Dit alles zorgt er echter wel voor dat de volledige trappenconstructie in de gangen moet worden voorzien. Een ernstige uitdaging, die onze plannen dreigt te saboteren, ware het niet dat we op zondag 17 februari de puzzel opgelost krijgen. Wat aanvankelijk een fictief droomproject leek, komt stilaan dichterbij de werkelijkheid te staan. We ondertekenen de verkoopovereenkomst op 22 februari.



HET RENOVATIEPROJECT

Het ontwerp voor de renovatie ziet er schitterend uit. Omdat het gebouw op de inventarislijst van het bouwkundig erfgoed in Vlaanderen staat, mag er niet al te veel gewijzigd worden aan het oorspronkelijke pand. Zo worden de gevel en het dak gerenoveerd en wordt het buitenschrijnwerk vervangen. Tegelijkertijd deelt men het gebouw in 7 delen op, waarbij elke woning een afgesloten voortuin heeft, enkele woningen een achtertuintje krijgen en 3 woningen voorzien worden van een dakterras. Gedeeltelijk onder de dakterrassen verzonken, komen er ook garages voor de bewoners.
Het meest opvallend aan het ontwerp zijn de nieuwe raamopeningen die vooral in het dak worden aangebracht en bij elke woning als voordeur. Deze ramen zitten gevat in zwarte aluminium boxen en vormen een prachtig contrast met de authentieke uitstraling van de school. Bovendien zorgen ze voor nog meer lichtinval in de klaslokalen. Oud en nieuw worden met elkaar versmolten met veel architecturale feeling en respect voor het authentieke gebouw.

DE BEWAARSCHOOL

Nogal onverwacht begon voor ons midden februari een nieuw avontuur. We openden de jacht op onze droomwoning in het Brugse op een willekeurige avond maar werden al snel met onze neus op de feiten gedrukt. Het aanbod was gigantisch, dat wel, maar niet bepaald wat we verwacht hadden. Wie ons kent, weet dat we houden van moderne woningen en strakke interieurs. Helaas vonden we haast uitsluitend oude en armzalige huizen met donkere en kleine ruimtes binnenin. We zagen het niet zitten om met twee kleine kinderen te gaan wonen in een huis waarin nog jarenlang zou moeten worden verbouwd. Een nieuwbouwwoning was ook geen optie want een stukje grond bemachtigen op vijf km van het stadscentrum, waarop dan nog een persoonlijk ontwerp kan worden neergepoot, ook dat was onvindbaar.
Ondanks de snel neerdalende depressie in ons gemoed, bleven we verder zoeken. Een huizenjacht is vrij verslavend en de zoekrobotten zijn goed vertegenwoordigd op het net. Een van die zoekmachines toonde ons op een gegeven moment een leuk renovatieproject: Loftproject De Bewaarschool in Assebroek. Het gaat om een oud schoolgebouw uit de jaren ’30 dat in casco wordt omgevormd tot 7 eengezinswoningen in loftstijl. Een droomproject voor ons als architectuurliefhebbers door de mix van oud en nieuw en vooral ook een uitdaging als interieurontwerper! Bovendien bleek het gebouw gelegen in een heerlijk rustige buurt op een boogscheut van centrum Brugge en de school waar we lesgeven. 

Een eerste gesprek met de ingenieurs die de verbouwing in handen hebben, bood antwoorden op de vele vragen die we ons stelden. We bleven enthousiast en gingen in op hun voorstel om ter plekke te gaan kijken tijdens de week die op het gesprek volgde. De werken waren nog niet aangevat, al zou daar snel verandering in komen nu de bouwvergunning was goedgekeurd. Het was ijzig koud toen we op een namiddag het pand bezochten. We werden klas per klas, verdieping per verdieping rondgeleid en bleven na afloop wat op de speelplaats rondhangen. Loft 5 had ons ontzettend gecharmeerd en in onze geesten begon stilaan het idee te rijpen dat we hier misschien wel écht zouden voor gaan.